Riekdom bepoalt
De rieksten op dizze oarde, mit macht in hun haand
Beheersen het lot van het volk in elk laand
Mit geld als hun stem, zo luud en zo staark
Vörmen zai schare, een onzichtboar waark
De regels van t spel, deur hun schreven
Wordt een wereld vörmt noar hun aigen leven
Wat wetten, wat grenzen, wat dreumen van recht?
Hun gold blinkt feller dan elk aander gevecht
De oarde kreunt onder hun zwoare greep
De zwakken boegen en de wereld beeft
Democratie, is een illusie, een dans
Woar zai de tonen bepoalen en griepen hun kans
Mor hoop is een vuur, al liekt het zo klain
Het kin steden verlichten, zelfs muren breken, hail fijn
Want macht is gain kracht als de massa ontwoakt
Wenneer de wereld hervörmt en de kettens kroakt