Kebitschaiten
Een ôlle traditie, een winterse pracht
Kebitschaiten bracht leven in de nacht
Mit vaarfbussen en de deksel strak
De spanning steeg bie elke klap
De geur van kebit, de rook dei danst
Jonge handen, wat zenuwachteg en verkrampt
Een klap, een knal en het veld was stil
Mor in onze haart een waarme wil
Vuur en vrundschap, lachen, hail luud
De kôlle werd vergeten, want wie waren uut
Een simpel vaarfbuske, een wereld groot
Elke knal gaf een echo dei in de stroaten werd vergroot
De traditie leeft, de verhoalen goan
Een jeugdherinnern dei nooit zel vergoan
Het kebitschaiten, zo ongekend
Brocht magie dei de jeugd vrolijk stemt